We zullen nooit tevreden zijn
Met onvolkomenheid,
Want diep in ons heeft God geplant
Het heimwee naar Zijn heerlijkheid.

Wij zijn zo lang al op de aard',
We zijn er aan gewend,
Aan machteloosheid, onrecht, pijn.
We hebben anders niet gekend.

Maar zoek ik in mijn stil gebed
De rust en eenzaamheid,
Dan voel ik soms, zomaar ineens
Iets van die heerlijkheid.

En al 't verdriet en alle pijn
Maakt nimmer in ons stuk
Dat stukje van het paradijs
Een fragment van echt geluk.