Hen die ik zo heb lief gehad
Zijn in het Licht geborgen.
Zij zijn daar van de zonden vrij
Verlost van alle zorgen.

In ’t hemels heerlijk Vaderhuis
Mogen ze voor altijd leven.
De Heiland kocht hen daar een thuis
Hij heeft zijn bloed gegeven.

Zij gingen vóór op ’t smalle pad,
De weg die leidt ten leven.
Zij wisten van de grote schat
Die God alleen kan geven.

Te weten dat zij veilig zijn
In Vaders eigen handen
Maakt dat ik hen kan laten gaan
Al blijven liefdes-banden.

Ik kan hen gerust uit handen geven
’t verdriet krijgt dan een gouden rand.
Want waar toch zou ik hen liever wensen
Dan in Gods heerlijk Vaderland