In 't middelpunt der aarde
riep God Zijn volk bijeen.
Bewaarde hen en spaarde,
en liet hen nooit alleen.

Door zee en door woestijnen
trok God steeds met hen mee.
Een lichtbron voor de zijnen,
een gids over het land, de zee.

't Beloofde land gegeven,
ontvangers van Gods woord.
Zo in Gods licht te leven,
daar is Zijn stem gehoord.

Het land van Gods verhalen,
en Jezus' leven als Zijn zoon.
Het woord in alle talen,
daar vestigt Hij Zijn troon.

't Is zwaar Gods volk te heten
en Israël in werelds licht.
De mensheid wil niet weten
dat hier Gods grote toekomst ligt.

Wij delen met hen in de zegen,
en weten: Jezus is de Heer.
Daar in dit land gekregen,
daar komt de Heiland weer.

Laten we nu toch blij vertalen:
'Jeruzalem dat ik bemin.'
Het volk van Gods verhalen,
ook onze hoop en ons begin.