de bruidegom komt.
Zijn voetstap
klinkt als een echo
tussen de bergen.
Het intochtslied
zingt ons tegen
van verre.
De maan verlicht
schuchter
het stille pad.
Waakt dan
en wacht!

De lampen
van verlangen
branden stil
hun laatste licht.
Bomen klappen
in de bloesemhanden,
dromen dragen
geuren
in de nacht.
Waakt dan
en wacht!

De bruid is gezalfd
met mirre,
haar voeten
geuren
van het verse kruid.
Ontmoeten hangt
tussen de velden.
Verwachting kleurt
het geurige pad.
Waar blijft 
mijn geliefde,
mijn koning,
mijn held?

Hoor de bruidegom komt.
De intocht is op handen.
De wijnstok
zal bloeien,
het koren zal rijpen,
Brood en wijn,
een feestmaal
staat gereed.
Zullen de lampen
nog branden?

Naar hooglied en Math. 25 ; 1 - 12.