Jong bezocht oud,
ze maakten samen huiswerk,
oud overhoorde
wat jong te leren had,
oud had voor leren
nooit de kans gehad,
jong scoorde hoog
door deze huisdocente,
oud fleurde op
van alle leermomenten,
ze keken beiden
naar de avond uit,
jong gaf aan oud
een toekomstperspectief,
oud gaf aan jong
een nieuw studeergerief.

Verbonden door geloof en kerk
ontstond opbouwbezoekerswerk.