Israël, als Gods oude verbondsvolk,
mocht uit Egypteland trekken.
Begeleid door God, als in een wolk,
die hen als Gods vleugelen bedekten.

Een uitverkoren volk door God.
Toch moeten ook zij wederomgeboren worden!
Want wat zou anders zijn hun lot?
Maar wat deden zij? Zij morden!

En dat tegen hun God die hen goed deed!
Die hun Zijn wet gegeven heeft;
Hebben zij er ook naar geleefd?
Helaas, daarom was er een slang die hen beet!

Ook nu is het nog Gods bijzondere volk,
maar ze zullen toch in Christus moeten geloven.
Anders zullen zij niet kunnen komen: daarboven,
als Christus weer komt op de wolk!

Gelukkig zijn er steeds meer, die Hem belijden,
als hun Heere, Messias en Heiland.
Als hun Zaligmaker, dat mag ons verblijden!
Dat geeft ons met hen, in Christus een geloofsband!