Hoe kleurig zijn wij mensen,
kinderen van God,
de een kleurt de ander,
anderen kleuren in,
veelkleurig vormt zich een geheel.
Al kleurt de een iets anders,
een ander iets te veel,
toch is een rode draad te zien
door kleurenbogen heen,
verbindend en bevrijdend,
beminnelijk en leidend.

Als kleuren niet meer mengen
maar opgaan in alleen,
zoek dan die rode draad langszij,
de stem die enkel vraagt: ‘Volg Mij.’