Elizabeth zong blij haar lied,
want God, die vol genade ziet,
heeft acht op haar geslagen.
Zij, die onvruchtbaar werd genoemd,
als blijde moeder nu geroemd,
al was zij ver op dagen.

'Lof zij de Heer, die aan mij dacht,
zodat ook ik een kind verwacht,
genade mij bewezen.
Mijn smaadheid heeft Hij weggedaan,
verblijd mag ik door 't leven gaan,
van eenzaamheid genezen.

Waarom heeft God zoveel genâ
gegeven mij? Halleluja!
Ik kan me niet bedwingen.
De Heil'ge Geest vervulde mij,
daarom ben ik vandaag zo blij,
ik moet er wel van zingen.

Want toen Maria binnenkwam,
-haar stem klonk als een lofgezang-
voeld' ik het kind bewegen.
'Wees welkom, moeder van mijn Heer,
dit al geschiedt jouw Kind ter eer.'
De Heere zij geprezen!’

Lucas 1:7,25,39-45 - Psalm 113:9; 68:7a