De Wijzen, zij reizen en komen van ver,                                   
zij zagen in ‘t oosten een stralende ster,
die duidt op de komst van een koninklijk kind,
in ’t land van de Joden, onder vreemd bewind.          

De Wijzen, zij reizen, naar ’t koninklijke hof
naar koning Herodus, moordlustig en grof,
geschrokken heeft hij hun bericht aangehoord,
laat uitleggers komen van ’t Goddelijk Woord.

De Wijzen, zij reizen dat Woord achterna,
de ster uit het oosten geleidt hen weldra
naar Bethlehems stal, in een kribbe van hout,
aanbidden het Kind: mirre, wierook en goud.

-------

O, mensen uit ’t westen, ga naar dit Kind,
Hij is ook uw Redder, wie zoekt, ja die vindt.
Hoort mensen, uit alle tongen en taal:
‘t Is heden weer Kerstfeest voor ons allemaal.

Mattheüs 2:1-12 - 7:8