Maria, richt u naar het heilig Woord
dat u vanuit de hemel heeft bekoord.
De Vader heeft uw diep gebed verhoord,
Hij neemt uw leven.
Wil u dan in Zijn trouwe handen geven,
geef Hem uw eer,
Hij wil u voor zich winnen
en in uw hartstocht nieuw met ons beginnen,
Hij is uw Heer.

Hoe zal ik dragen, Die mij leven geeft,
dat in mijn lichaam Hij het leven heeft;
ik heb nog niet de liefde zo beleefd
dat ik zal baren.
Wil mij toch in Uw schaduwen bewaren,
maak mij Uw kind
en laat mij stil verwachten,
dat niemand mij op aarde zal verachten;
maak mij bemind.

De Vader heeft der mensen roep gehoord,
de pijn die in de zonde wordt verwoord,
de ontrouw die ons allen zo bekoort
wil Hij vergeven!
Zo koos Hij u voor ieder mens ten leven
als moeder Gods.
Laat u dan toch verwinnen,
in u het ware Licht op aard' beginnen,
uw Heer tot trots!

U spreekt tot mij een woord van overmacht
en geeft de hoop waarop ik had gewacht
maar in mijn  binnenst' had ik nooit bedacht
Hem te ontvangen.
nu, in mijn onuitsprekelijk verlangen
ben ik bereid.
Mijn schoot wil Hem omarmen
Die altijd mij in liefde zal verwarmen
tot eeuwigheid.

Nu ik de woorden van Gods liefde hoor,
hoe Hij de schoot der heli'ge maagd verkoor,
nu Hij 't verlangen van ons hart verhoor'
mag ik aanvaarden.
Hij wil mij met de hele wereld sparen,
Hij geeft genâ.
Maria mag Hem baren,
het groot geheim voor ons in zich bewaren
Ik volg haar na.

Breng toch vandaag ook onze ziel tot rust
en maak ons in Uw heiligdom bewust
dat U ons in barmhartigheden kust
met Uw aanvaarden.
Wij zijn voor U de grote schat op aarde;
U neemt ons aan.
In Hem mogen wij leven,
ons veilig in Uw Vaderarmen geven,
Halleluja!

Bij Lucas 1: 26-35

Melodie:  gezang 179 uit het Liedboek voor  de kerken