In een herberg lang geleden,
sprak de herbergier een keer:
voor nieuwe gasten is er heden
helemaal geen ruimte meer.

In de herberg van dit leven
is plaats voor liefde en genot.
Maar wordt aan Hem wel plaats gegeven:
aan de Christus, Zoon van God?

In de herberg ver hierboven
is plaats genoeg voor wie alhier
zijn naam belijden en Hem loven,
Hem, de ware Herbergier.