Eens kwam in alle duisterheid
het kwaad slinks de mensheid belagen,
een ziektevirus onverwacht,
dat ellende bracht, tijd van lijden.
Boven leed bracht het beperking,
problemen in het daagse leven.
Angst en paniek wil het zaaien,
opdat zielen zich van God keren.
Licht is wat het duister 't meest vreest,
van vreugde, vrede, wil 't niet horen.
Kerst, het Lichtfeest, wil het weren
door roet in het eten te gooien.
Een oplossing wenst 't niet, liefst geen,
het duister heeft zijn slag geslagen.

                    ***
Eens kwam in grote duisterheid
luisterrijk Licht de mensheid dragen,
Licht gekomen in stille nacht,
dat zegen bracht, tijd van verblijden.
Boven hoop bracht Het bevrijding
door uitzicht op een eeuwig Leven.
Liefde, vrede kwam Het zaaien,
opdat zielen zich tot God keren.
Licht vanuit Gods hart straalt het meest,
van vreugd zingen Zijn eng'lenkoren.
Kerst, Zijn lichtfeest, gaan we eren
door ons met vreugd, vrede te tooien.
Een oplossing heeft God alleen,
elk duister wordt door licht verslagen.