Vreemde tussen vreemden
niet bij naam genoemde wachters
nachten wakend tot het morgent -
ooilamherders.

Arme met de armen
zonder herbergonderdak -
vluchtelingen schooiers
ongeborgen naakte zwervers.

Het geknakte riet nog niet gebroken.

Gij gesproken woord van vrede
voor wie hunkeren naar liefde - even
ademhalen in midwinter.

Zo in zomerzonlicht zingen
stervelingen
eerstelingen -
nooit verloren zij hun stem.

Hooggeboren Vorst van vrede
hier beneden
één van hen.