Eens zocht ik als de herders
naar 't nieuwgeboren Kind.
Ik hoorde steeds de woorden,
wie zoeken zal die vindt.

Ik had geen ster als bode,
ik had alleen het Woord.
Maar, 'k had door heel mijn leven
zó vaak van Hem gehoord,

dat het verlangen groeide
om één te zijn met Hem.
Zo kwam ik bij de kribbe
in 't veld van Bethlehem.

Ik knielde als de herders,
- nee, 'k heb geen goud gebracht -
Ik bracht Hem slechts mijn lasten
en zong toen fluisterzacht

het lied van dank en ere,
het lied van heil en vree'.
Nu draag ik tot het einde
Zijn vrede met mij mee.

Eens zocht ik als de herders,
ik zocht Hem blij gezind.
En 'k zal Hem blijven zoeken,
want wie Hem zoekt, die vindt!