De hemel ging open,
in donkere nacht,
een engel kwam melden,
van 't Kind lang verwacht.
De herders die 't hoorden,
zijn haastig gegaan,
en hebben verwonderd
bij 't Kindje gestaan.

Een ster aan de hemel,
zo schitterend en mooi,
de wijzen uit 't oosten
in kleurige tooi.
Geschenken in soorten,
mirr' wierook en goud,
de koning der Joden,
aanbiddend aanschouwd.

Nog steeds geeft de hemel,
die boodschap, zo blij:
de Heiland gekomen,
voor u en voor mij.
De tijden zijn moeilijk,
wij kijken omhoog,
want wéér zal Hij komen,
aan hemelse boog.

Lucas 2:16 - Mattheüs 2:11
1 Thessalonicenzen 4:16-18