Hun hart werd grondig gepolijst
een engel die vol blijdschap wijst
naar ’t geboren Christuskind
       
Stoere kerels knielen dan neer
aanbidden de beloofde Heer
die hen toch zo zeer bemint
       
Diep ontroerd door eng’lenkoren
gelovend als nooit tevoren
‘in mensen welbehagen’
       
hebben zij alles goed verstaan
zijn lofprijzend op weg gegaan:
‘de Heilszon is gaan dagen!’