Voor al wie eenzaam is die dagen;
met kerststress door hoeveelheid stille tijd;
geen mens bedacht ook jou te vragen
voor 't kerstdiner of wat gezelligheid.

Voor al wie zelf niet meer kan zorgen;
of niemand heeft die zin heeft op zo'n dag
bij jou te zijn. Je snakt naar morgen,
dan neemt 't gewone ons weer in beslag.

Voor al wie pijn heeft, of alsmede
geliefden mist, brand ik een kaars en zend
mijn bede tot het Kind van vrede:
dat Hij Zich in ontferming tot jou wendt.