De Heer heeft in ons hart het kerstlicht aangestoken,
wij zoeken naar het Kind dat in de kribbe ligt.
Voor heel de aarde is Zijn zonlicht doorgebroken
en straalt zijn vreugde uit op ieders aangezicht.

Maria was de vrouw die Hem blij mocht ontvangen,
zij legde Hem vol trots zacht in Zijn wiegje neer.
Zo hulpeloos was Hij en zo vol blij verlangen
wist zij dat Hij, haar Kind, de naam kreeg van haar Heer.

Wij knielen samen neer en wij aanbidden teder
bij Jezus in wiens hand de Heer de wereld gaf.
Hij maakte Hem voor ons tot trouwe plaatsbekleder
Die daag’lijks voor ons pleit en ons bevrijdt van straf.

Wij horen naar het Woord, ’t is in dit Kind begonnen,
het brengt de mensen troost en leert ons dankbaar gaan.
Het brengt geluk en vreê en heeft ons al gewonnen
te bidden in geloof dat eeuwig blijft bestaan.

Bij Lucas 2: 17-20 en Johannes 1: 1
Te zingen op de melodie van gezang 324 uit het Liedboek voor de kerken