In een diepe droom verzonken
Neergevlijd op wat zacht groen mos
Zit iemand in een groen bos
Stille nacht heeft net geklonken.

Een heerlijke maaltijd wou hem lonken
Het aangezicht liet hem niet los
Er was opeens licht in het bos
En kindgeschrei had geklonken

Van groot nu stil neergezonken
Ziet hij een kindje in het bos
Het maakte zich koninklijk los
Ere zij God had net geklonken