Ik kom met lege handen
en zoek een arme stal,
mijn koude hart zal branden
als ik Hem vinden zal.

De engel vertelde dat 't kind op mij wacht
een licht in het duister, mijn hoop in de nacht.

Ik zoek langs alle paden
van glans en overvloed,
en bomen zwaarbeladen
ontnemen mij de moed.

Ik hoor de kerstverhalen
de wereld zingt haar lied.
'k zie duizend zilv'ren stralen,
maar 't kind, dat vind ik niet.

De engel vertelde dat 't kind op mij wacht,
een licht in het duister, mijn hoop in de nacht.

Ik sta met lege handen
en zoek nog naar het kind.
'Laat toch mijn hart gaan branden
als het dan zelf mij vindt.'

De engel vertelde dat 't kind op mij wacht,
een licht in het duister, mijn hoop in de nacht.

Ik zal Hem daar vinden, dat heeft hij beloofd,
dan wordt het echt Kerstfeest voor elk die gelooft.