Als kind, u mag het weten,
Speeld’ ík mijn kerstverhaal
Met stukken van het schaakspel
‘k Gebruikte z’ allemaal
 
Het doosje stelt de stal voor
Het was van hout, vandaar
Pionnen zijn de mensen
Ze staan er allemaal
 
Eerst Jozef en Maria
Met ezel, hier een paard
En één van de pionnen
Die speelde voor de waard
 
De zwarten zijn de herders
De engelen zijn wit
Dat waren de vier lopers
Begrijpt u hoe het zit
 
Drie koningen mogen meedoen
Eén zwarte en twee witte
En ook de os en ezel
Die mogen binnen zitten
 
Dat zijn dan weer twee paarden
Ze spelen elk hun rol
In mijn verhaal, begrijpt u
Het bord raakt aardig vol
 
Maar dan mijn kindje Jezus
Die moet toch anders zijn
Een lucifersdoosje kribbe
Maar een baby is zo klein
 
Dan heb ik het gevonden
De lucifer dan maar
Met watten ’t hoofd omwonden
’t Is net een plukje haar
 
Zo speelde ik mijn kerstspel
Als kind, ik was nog klein
En was zo uren bezig
Maar vond het reuze fijn .