God wacht op ons met open armen.
'Er is geen plaats,' klinkt daar nooit weer.
Zijn liefde zal ons steeds verwarmen.
Hij wacht op ons als triomferend Heer.

Zijn hemel staat voor alle mensen open.
Er is een plaats voor iedereen bereid.
Elk mag op liefde en ontferming hopen.
God scheldt ons alle zonden kwijt.

Zijn Zoon moest ook eens vluchten uit het land.
Hij werd als 't kwaad gezien voor eigen volk.
Hij leed en stierf door boze hand.
Stond op en triomfeerde op een wolk.

Daardoor staat nu Gods huis wijd open.
Hij kent de pijn, geen plaats, de dood.
Wij mogen zomaar bij Hem binnenlopen.
Een veilig thuis, Gods hart is warm en groot.