Wat is het druk in Bethlehem.
Miljoenen komen er, en gaan
naar ’t Broodhuis heen voor Hem,
die naar de aarde wilde gaan
om voor hun schuld te boeten,
en in des zondaars plaats te staan.
 
De geboortekerk,
dat mensenwerk
Herbergt allerhande
uit vele landen.
Hen die de plaats vereren
in de plaats van onze Heere.
 
Hier zwaait een man in priesterrol
zijn wierookvat vol vuur.
Daar weent een oude vrouw om Hem
in dit memorabel uur.
Ginds kust een hele groep de grond,
waar, zegt men, eens het kribje stond.
 
Ook ik stond in dat groot gedrang.
Hij was daar ook, het hart was vol
van Hem die ook voor mij kwam.
Maar wat een drukt’ in Bethlehem;
de chaos maakt verward.
Hij wijkt van mij,
in deze razernij.
 
Dan wordt het stil,
om Jezus wil.
‘t Verbroken hart,
de geest vol smart,
tot in het stof verlaagd;
is ’t offer dat Hem nog behaagt.
 
En dan, in dat gemis,
bewust van zonde en schuld,
mag ik ervaren wat het is,
Dat Hij zegt onverhuld:
Geloof het nou, het is nog niet verloren
‘k Ben ook voor jou in Bethlehem geboren.
 
Getroost door dat woord
ga ik struikelend voort.
Van het oude Bethlehem
naar het nieuw Jeruzalem.