Toen ik mijn tempeldienst deed in die week,
kwam daar zowaar een engel onverwacht,
die mij een boodschap uit de hemel bracht,
ik schrok me naar en was geheel van streek,

hij zei dat wij een kind nog zouden krijgen,
een wegbereider voor de komst van onze Heer,
Ik zei: mijn vrouw is oud, dat kan niet meer,
maar dat was slecht en daarom moest ik zwijgen,

God leerde mij dat ik Hem moest vertrouwen
en dat zijn weg zo anders was dan die van mij,
hoe vele eeuwen gingen er voorbij,
maar toch mocht ik op Gods beloften bouwen,

de dag brak aan, de kleine werd geboren
en men drong aan dat hij naar mij zou heten,
Elisabeth gaf aan dat ik zijn naam zou weten,
ik schreef, en sprak die uit voor ieders oren,

Johannes heet hij, zei de engel tegen mij,
Johannes, want dat is: genadig is de Heer,
in hem buigt God in liefde naar ons neer
en maakt de weg naar de verlossing vrij,

na hem komt één die zoveel sterker is dan hij,
die heel zijn volk als koning zal regeren,
Hij zal hun lot voorgoed ten goede keren,
de tijd van onderdrukking is voorbij

en al hun zonden wil Hij hen vergeven,
want Gods barmhartigheid die is oneindig groot,
het offer voor de zonde wordt zijn dood,
maar uit de nacht ontkiemt het nieuwe leven,

Hij deelt ons al zijn goede gaven mede,
zijn licht straalt over al de wegen die wij gaan,
wij volgen in zijn spoor achter Hem aan
en zetten onze voeten op zijn weg van vrede.

n.a.v. Luc.1:68t/m79