Beste en lieve mensen,
zover we decemberwensen
soms nog overbrengen per post,
wat we steeds minder gingen doen,
onder andere omdat schrijven moeite
en zelfs een kerstzegel veel aards slijk kost,
zien we, zolang ik het me herinner in mijn leven,
- er zijn me al eenenzeventig levensjaren gegeven -
op een kerstkaart best dikwijls minimaal één roodborst.
Wie eigenlijk geen namen van vogels kent,
hetgeen om talloze redenen het geval kan zijn,
weet waarschijnlijk toch de naam van dát beestje.
Het brengt vreugde bij het kerst- en nieuwjaarsfeestje.
Dit vogeldier eens zelf ergens waarnemen is pas superfijn.
Op een winterse dag ging ik aan mijn aanrecht staan,
er moest weer iets huishoudelijks worden gedaan.
Naar gewoonte keek ik door mijn keukenraam.
Al een aantal dagen was er sneeuw te zien.
Mijn gewoonlijk niet heel fraaie uitzicht
geef ik als ik sneeuw zie wel een tien,
ook al is cijfers geven niet verplicht.
Net als andere dingen die ik zag,
een tijd staan kijkend in me opnam,
niet voor het eerst op die bewuste dag,
was het niet bijzonder dat er sneeuw lag
op de blauwe balustrade rondom mijn terras.
Maar toen ik mijn blik ietwat naar links wendde
zag ik het wondertje dat er als 'zomaar' aankwam,
alsof het haast de gewoonste zaak van de wereld was.
Een roodborstje landde bovenop mijn blauwe hek.
Met zijn pootjes in de sneeuw keek hij mij nogal kek,
zonder angst, het leek er zelfs op of hij me goed kende,
met zijn rode borstje naar mij toegewend een tijdlang aan.
Roerloos en blij bleef ik voor die lévende kerstkaart stil staan,
tot het gevleugeld dier in witte wereld op zijn wieken is gegaan.
Een lévend roodborstje bracht mij Gods lieve kerstgroet.
Al jarenlang vond ik dat ik dat eens beschrijven moet.
Alle lezers en auteurs wens ik heel goede kerstdagen,
in alle aspecten ervan.