Toen Jezus stierf op Golgotha,
het dieptepunt op aard, weldra
werd ’t aardedonker, in dat uur
en doodse stilte in de natuur.

Plots scheurde in Gods tempelhuis
‘t gordijn uiteen, met zacht geruis,
van boven naar beneden heen:
de toegang vrij voor iedereen.

Een aardbeving die rots en graf
deed openen, en leven gaf
aan heiligen, begraven daar.
‘t Is onvoorstelbaar, maar toch waar.

Drie dagen later, op Gods tijd
werd Jézus uit Zijn graf bevrijd.
Hij die aan ’t kruis gestorven is,
Hij leeft weer, waarlijk en gewis.

De heiligen, al opgestaan,
zijn ijlings naar de stad gegaan,
gezien werden zij op het plein.
Ja, Déze moet Gods Zoon wel zijn !

Mattheüs 27:50-54