Vader, 'k beveel Mijn Geest in Uwe handen,
Want nu heb Ik overwonnen: Het beest.
Verbroken zijn vlijmscherpe tanden
en toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de Geest.

Zo riep de Heere Jezus tot Hem,
met een grote doordringende stem.
Iedereen die daar stond kon het horen
en geen mens had hier op gerekend van te voren.

Niemand ook ontneemt Hem Zijn leven,
maar Hij heeft het zelf gegeven.
Hij was al gestorven, eer zij Hem staken,
met de speer in Zijn zijde, die opening gaf van zaken.

Want er kwam terstond
bloed uit en water.
Zo werd de Middelaar, erflater,
daar was Zijn bloed van de grond.

Zo werden ook al de schriften vervuld.
Er werd zelfs van Hem geen been gebroken!
Ook stonden Zijn bekenden van verre; Was het met schuld?
En ik, is mijn hart al door Zijn liefdeswerk verbroken?