Lam Gods gaande op de aarde,
dragend onze zondeschuld,
liefde van onschatb're waarde,
trouw, met eindeloos geduld.
Onderweg komt Hij mij tegen,
zit ik om een Lam verlegen?

Brood des levens, onze Here,
graankorrel van 't eerste soort,
stervend zaad gaat zich vermere,
vele vruchten bracht Hij voort.
Onderweg laat Hij mij weten,
dat óók ik dit Brood mag eten.

Tranen heeft de Heer gelaten,
om de zonde, dood en graf,
Hij werd door Zijn God verlaten,
droeg voor ons de zware straf.
Onderweg moet ik soms huilen,
maar bij Jezus mag ik schuilen.

Wijn door onze Heer gedronken,
daar Hijzelf de wijnstok is,
zwaar gesnoeid als dorre stronken,
aan het hout vol droefenis.
Onderweg wil Hij mij laven,
mij verheugen met Zijn gaven.

Bloed heeft onze Heer gezweten
en zijn rug bezeerd, verwond,
welk een lijden, niet te meten,
geen verwijt kwam uit Zijn mond.
Onderweg, als ik moet lijden,
wil de Heiland voor mij strijden.

Water, milde vloed van boven,
biedt de Heer dankzij Zijn dood,
reinigend voor wie geloven,
o, wat is Zijn liefde groot.
Onderweg wijst God mij wegen,
Door Zijn Geest tot rijke zegen.

Steen als zegel moest voorkomen,
dat Hij opstond, naar de Schrift,
Jezus moest de wet vervullen,
eens in harde steen gegrift.
Onderweg is mij gebleken,
dat Hij ook míjn hart zou breken.

Lam van God heeft overwonnen,
brood ten leven op de weg,
tranen zijn nu vreugdebronnen,
wijn geschonken onderweg.
Bloed gestelpt door Jezus wonden,
water bij de Bron gevonden,
Steen heeft niet kunnen weerstaan,
dat de Heer is opgestaan!

Lijdens-tijd 2020
Zie bijgaande Bijbelteksten bij de gedichten afzonderlijk.
Klik hier voor uitleg om een bijpassend bloemstuk te maken