Witte donderdag, het klinkt misschien wat vreemd,
maar Jezus was toen met Zijn dicipelen vereend.
In een zaal, de avond voor Zijn smadelijk lijden,
voordat Hij op deze aarde van hen zou scheiden.

Hij wilde eerst met hen het Pascha vieren,
eer Hij zich tenvolle zou overgeven!
Grotelijks heeft Hij deze maaltijd doen begeren,
voordat Hij zich overgaf aan mensen, die Hem zouden ontsieren.

Hij wist, hoe de schriftgeleerden Hem zochten.
En om schuld te vinden in Hem de Rechtvaardige;
Wrongen zij zich in allerlei bochten.
Ze leken waardig, maar waren wreedaardig!

Ze hadden zelfs een handlanger.
En wel in Jezus' dicipelenkring: Het was Judas.
En in plaats van dat hij werd steeds banger,
ging hij zijn gang op Jezus' wenk, met zijn loon in de tas.

Jezus, die het brood had gebroken
en de wijn heeft uitgegoten.
Wilde nu ondergaan, waarvan Hij had gesproken.
Wat zal Hij ze hebben aangekeken één voor één, Zijn disgenoten!

                                       
(Witte donderdag)