Zie hoe mijn Heiland is geveld,
aan het vervloekte kruishout is gehangen.
In woord en daad onnoemelijk gekweld
en in zijn doodsstrijd is gevangen.

Is dit wat ik van Hem verwacht,
een koning die hier in bloed ten onder gaat?
Is dit de winst die Hij mij heeft gebracht
en als erfenis mij achterlaat?

Maar kijk, zijn armen zijn wijd uitgespreid,
alsof Hij al zijn haters beeldend tart:
zie mijn liefde zelfs wanneer Ik lijd.

Voor Hij ten onder gaat in angst en smart,
nodigt Hij mij, handen, open en wijd,
zijn stem: kom bij Mij, rust aan mijn hart.