En daar ineens is die heldere stem!
Niet van een toeschouwer, maar van Hem.
Het is Zijn stem; Zijn overwinningsjubel,
op alles, wat niet is uit Hem, want dat is disputabel.

Hij mag het met recht uitroepen:
Mijn Vader, Ik heb het volbracht,
in Uw heerlijke Goddelijke kracht.
Nu mag de zondaar zich op Mij beroepen!

Volbracht heeft Hij Zijn middelaarswerk.
Daarin ligt heel de verlossing vast.
Maar boven alles: Hij heeft Gods eer "ontlast",
die belast is door mijn zonden, dat is mijn werk!

Hij die de strijd alleen heeft gestreden.
Hoewel Hij Zijn Vader, dringend heeft gebeden,
of dit lijden en sterven mocht worden weggenomen.
Het kon niet, anders kon de Vader Zijn woord niet nakomen!

Doch de Heere Jezus zei in Zijn diepste lijden;
Vader Uw wil geschiedde en niet de Mijne.
Zo leed Hij en gaf Zijn leven voor de Zijnen.
Daarin mag ik mij nu eeuwig verblijden!

                    n.a.v. het zesde kruiswoord