Zie Hem daar hangen aan het kruis.
God, in de gedaante als van ons mensen.
Die als God de hemel verliet, Zijn thuis,
om 's Vaders eer te herstellen, dat waren Zijn wensen.

Wat heeft Hij zichzelf vernederd,
vernietigd en toch gehoorzaam tot in de dood!
Nooit kan of hoeft dat te worden verbeterd,
want Zijn offer is volmaakt; Hij verlost mij uit de zondedood.

Tot in de dood des kruises gehoorzaam.
Niet als een aardse martelaar,
maar als Goddelijke middelaar.
En Hem treft geen enkele blaam!

Hij leed en stierf voor mij de zondaar,
maar zelf zonder enige zonde.
Rein en heilig, ja God was Hij ook daar.
Daar, waar ik met mijn zonden Hem verwondde.

Maar God heeft Hem uitermate verhoogd.
Een Naam gegeven boven alle naam,
opdat een ieder in die Naam zich heilzaam
zou buigen, want de zonde wordt door God niet gedoogd!

(Filipp. 2:7 t/m 11 Goede Vrijdag)