Bij U mag ik schuilen,
bij U mag ik huilen,
bij U mag ik lachen,
U mag, kan en wil ik danken.

U kent mij ten diepste,
mijn oprechtheid,
mijn spelonken.
U kent mijn liefde,
U hebt weet van mijn lonken
naar schijnbaar makkelijke weg,
van zwelgen in zelfmedelijden
in mijn grootste verdriet,
zelfs bij kleinste pech.

U weet van onvoorwaardelijke liefde,
waar die ooit door mij is gegeven,
van mijn twijfelend geloven, 
wetend van eeuwig leven.

In U ligt het antwoord op al mijn vragen,
in U mijn verlangen in nachten en dagen.
In mij ligt Uw Adem, zolang als ik leef,
in U ligt mijn leven, als ik het U geef {jcomments on}!