Ja, Christus zit aan 's Vaders rechterhand.
Om van daaruit Zijn Kerk te regeren.
Hij is haar Hoofd, dat kan niemand negeren.
Al wordt het wel gedaan, ook in ons land.

Daar, aan 's Vaders rechterhand, is het bewijs,
dat Hij van de Kerk is het Hoofd
Daarvan zijn een levend lidmaat, door Hem beloofd.
'k Mag daarvan het doopteken dragen, als eerbewijs.

Hier is Christus de Troon bestegen
en is hier niet het duizendjarig rijk begonnen,
want satan is door Christus' overwinning gebonden.
Hij kan nog veel, maar is ondergeschikt aan Gods wegen.

Het is God de Heere, die regeert.
Niet letterlijk duizend jaar, maar van eeuwigheid tot eeuwigheid.
De satan probeert van alles en begeert,
om mij van God af te trekken; zolang hij heeft de tijd.

Maar hier lacht God, met een heilige lach.
De satan stuiptrekt wel, maar ach.
Hij is verslagen, dat weet hij heel goed.
Zijn nek zal zijn een voetbank voor Christus' voet!

                                (n.a.v. vr. en antw. 50)