Christus in Zijn Godheid en mensheid.
Als Hij bij mij is naar Zijn Godheid,
waar en hoe is dan Zijn mensheid?
Worden die dan gescheiden in die tijd?

Nee, toch niet, want Zijn Godheid is niet gebonden
en door tijd noch plaats te scheiden.
Als u en ik dat begrijpen konden.
Maar nee, daarvoor is Hij God; Vader en Zoon beiden.

Dit is een Goddelijk mysterie, wat ik niet kan begrijpen.
Wat ik alleen kan geloven en niet bewijzen.
Maar ik leg mijn gevouwen handen,
om Zijn Woord, met liefelijke banden.

Dit weet ik wel uit Gods Woord:
Dat God een Geest is en zo wil Hij gediend worden.
Hij wil in Geest en waarheid aangebeden worden.
Zo is het in Gods Woord verwoord.

En al is het moeilijk: Mijn "levensboeg",
mag door het evangeliewater varen, als een scheepsboeg.
Mijn God weet hoe het is en dat is mij genoeg.
Zo mag ik Hem loven en prijzen; laat en vroeg.

                             (n.a.v. vr. en antw. 48)