Eén God en drie personen!
Drie en toch één God.
Hoe wil ik dat dan aantonen?
Omdat mijn God, niet is een afgod.

God openbaart zich zo in Zijn woord
en dat zal ik geloven moeten!
Als ik dat geloven mag, zal ik het ook begroeten,
als een belijdenis: Ik heb het zelf uit Zijn mond gehoord.

Eén Goddelijk wezen,
zonder begin, zonder eind.
Die in drie personen verschijnt,
dat kan en mag ik in Zijn woord lezen.

Dan zal ik van dat Woord niets moeten afdoen
en ook geen gedachten van mijzelf er aan toedoen.
Want dan zal God mij verdoen.
Dus laten we de satan niet nadoen!

Mijn God openbaart zich als mijn Schepper en Vader.
Verlost mij in de Zoon, de eniggeborene van de Vader.
Vernieuwt mij door de Heilige Geest,
die uitgaat van de Zoon en de Vader.
Zodat ik door die Drie één mag zijn door de Heilige Geest,
in de Zoon met de Vader.

        (vr. en antw. 25)