Wat heeft God mij in dat gebod te zeggen?
Alles wat tot Zijn eer dient, door mij niet wordt getart,
maar dat ik het onderhoud; met mijn geld en hart!
Opdat Zijn dienst voortgang mag hebben.

Dat ik ook trouw tot Gods gemeente kom,
in het bijzonder op de Rustdag,
die God geheiligd heeft: Zijn apart gezette dag.
Is die mij lief? Niet? Ben ik dan geen "tijdbom"?

De Rustdag om naar Zijn Woord te horen,
als voedsel voor mijn hart en leven.
Evenals de sacramenten, die daarbij behoren;
te gebruiken, opdat ik mag leven uit Zijn leven.

Ook mag ik daar geven voor anderen; (komt me dat gelegen?)
die zoveel missen, wat ik heb, maar niet om mee te "spelen".
Heb ik het ook niet gekregen om te delen?
Wat heb ik, dat ik niet heb gekregen?

Ook mag ik rusten, bijzonder van mijn boze werken.
Niet alleen op die dag, die ziet op de eeuwige Sabbatdag,
maar al de dagen van mijn leven! Ja dat mag.
Daartoe wil Hij mij, door de prediking op die dag sterken.

                                   (n.a.v. vr. en antw. 103 H.C.)