Het begint zo mooi: Onze vader!
Niet alleen een mooi begin,
het is doortrokken met een bloedader!
Dat is de kern! Is dat geen gewin?

Die in de hemelen zijt;
Hoog boven mij en toch dichtbij!
Dat Uw naam worde geheiligd, ook door mij.
Uw Koninkrijk kome, vol van gerechtigheid.

Ja, dat Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel, alzo ook hier beneden.
Geef mij mijn dagelijks brood, ook heden.
Wil Uw zegen er ook over gebieden.

Vergeef mij mijn schulden,
gelijk ook ik vergeef mijn schuldenaren.
Ook voor mijn naaste moet ik liefde baren.
U kunt geen zonden in mij en hen dulden.

Leid mij niet in verzoeking, maar verlos mij
van de boze, die is telkens aan mijn zij.
Heere, eeuwig is van U het Koninkrijk en de kracht.
Ook de heerlijkheid en zo is amen volbracht!

                             (n.a.v. vr. en antw. 119 H.C.)