Vergeving van de zonden,
dat heb ik zelf niet uitgevonden.
Al zou ik willen, met een offer of wat geld,
maar dat wordt bij God niet geteld!

Nee, God heeft een heel ander plan.
Maar hoe dan? En wat is dat dan?
Als ik Gods Woord goed zal lezen,
dan ben ik op de plaats waar ik moet wezen.

Want daarin wil God Zijn plan openbaren.
En al heb ik nog zoveel bezwaren;
Ik zegt de Heere, Ik ben het die het doet,
door Zelf een offer te geven van bloed!

Hij heeft hèt Lam ten offer gegeven.
Tot een volkomen verlossing van al mijn zonden.
Door Hem te laten hangen in Zijn wonden
en Hem Zijn leven te laten geven.

Zelfs ook voor mijn zondige aard,
die steeds weer verdriet en zorgen baart.
Maar ook daar heeft Hij voor gezorgd
en heeft Hij in alles voor mij "geborgd".

                  (n.a.v. vr. en antw. 56)