Wat versta ik onder Gods voorzienigheid?
Dat Hij alle macht in hemel en op aarde heeft.
Dat Hij alom tegenwoordig is, onderhoudt en geeft.
En alzo hemel, aarde en alle schepselen regeert en leidt.

Zodat loof en gras, regen en droogte.
Vruchtbare en onvruchtbare jaren.
Eten en drinken, gezondheid en ziekte,
overvloed en armoede, die zorgen kunnen baren,

mij niet zomaar overkomen,
alsof alles toevallig is, wat mij overkomt.
Nee, Hij doet het mij als uit Zijn hand toekomen,
als mijn hemelse Vader, totdat mijn Heiland wederkomt!

Zo wil mijn hemelse Vader, mij in alle dingen voorzien,
dat zelfs de minder mooie dingen mee moeten werken.
En zelfs mijn geloof moeten verdiepen en sterken
Zo mag ik, in diepe afhankelijkheid naar Hem uitzien.

Ja, deze God is mijn God.
Hij is mijn deel mijn eeuwig zaligst lot.
Door tijd en zelfs niet de eeuwigheid te scheiden.
In Zijn voorzienigheid, zal Hij mij ter dood toe geleiden!

                               (n.a.v. vr. en antw. 27)