Waarom moet Hij ook waarachtig God zijn,
God en mens tegelijk?
Dat is hier de vraag, maar zie en kijk.
Hij heeft het menszijn willen aannemen, ook voor mij!

Niemand anders kan de toorn van God dragen,
dan Die, die zelf God is.
Dat is voor mijn vlees moeilijk te verdragen,
want ik wil zelf graag mijn gemis,

betalen en weer goedmaken.
Maar zo kan ik niet tot God genaken.
Hij moet God zijn, om in die kracht,
de last van Gods toorn te dragen met volmacht.

Om voor mij te verwerven;
De gerechtigheid en het leven.
Om dat weer terug te geven,
opdat ik niet in mijn zonden hoef te sterven.

Zo moet Hij zijn: Waarachtig God
En waarachtig Mens, dus rein.
Dat kan er maar Eén zijn.
Wie dan? Hij, mijn Heere en God!

                  n.a.v. vr. en antw.17