Wie is deze Middelaar,
die voldoet aan Gods eisen?
Is die hier op aarde aan te wijzen?
Is het misschien een arme bedelaar?

Nee, niets van dat alles.
Ja, Hij is wel arm geworden, daar Hij rijk was,
opdat Hij mij rijk kon maken, daar ik zat in zak en as.
Hij is God en dat is voor mij de hemelse les!

En dan is het ineens, of de catecheet,
uitbreekt in een jubelkreet.
Want dan zegt hij met klem, aldus:
Het is onze Heere Jezus Christus!

Wat een zucht van verlichting.
Hij wilde al steeds in die richting,
maar moest eerst voor die Middelaar plaatsmaken,
om in die verwondering te geraken.

Hoor wat hij allemaal opnoemt:
Gegeven van God tot wijsheid,
heiligmaking en rechtvaardigheid
en volkomen verlossing, zo wordt Hij geroemd.

                               n.a.v. vr. en antw.18