ze zat één rij voor mij
en zong met  heldere stem
de tekst zat in haar hoofd
ze zong haar lied voor Hem

ze zat één  rij voor mij
en keek vragend achterom
alsof ze wilde zeggen
jij vind mij toch niet stom

ze zat één rij voor mij
beperkt in haar verstand
haar  luide stem  steeg op
onhoorbaar was de dissonant

nu gaan de bloemen nog dood
nu gaat de zon nog onder
en geen mens kan zonder
water en zonder brood

stil maar wacht maar
alles wordt nieuw
de Hemel en de aarde

ze zat één rij voor mij
ik zie nog steeds haar blik
samen zongen we haar lied
maar de dissonant was ik


Hendrik Jan Janssen



20 december 2005