De morgen is een nieuw begin,
God geeft de nieuwe dag.
Wij volgen Hem daar Hij ons zag,
wij gaan de wereld in.

Als hitt' of koude op ons daalt,
de Heer blijft ons nabij.
Hij gaat niet aan ons hart voorbij,
wij zijn door Hem bewaard.

In d' avond als het donker wordt,
keren w' in stilte in,
De Heer gaf aan ons leven zin,
daar Hij Zijn Geest uitstort.

De hoop op God brengt ons tesaam,
Zijn stem klinkt ons in 't oor.
Hij leidt ons trouw de wereld door
wij leven in Zijn naam.

Zo gaan wij alle dagen voort
bij Doop en Avondmaal.
De Heer spreekt ieders eigen taal,
Zijn liefde wordt gehoord.

melodie: bundel Tussentijds gezang 1