Uw goede woord staat vast in eeuwigheid,
de aarde is tot woonplaats ons gegeven.
U heeft Uzelf bewezen voor altijd,
aan elk geslacht dat U is trouw gebleven.
Uw macht, uw woord, uw grote majesteit
heeft U op heel de aarde uitgeschreven.

Hemel en aarde bracht U eens tot stand,
zij zullen blijven tot het eind der dagen.
U zet mijn ziel en zinnen naar uw hand,
als ik voortdurend naar uw wil zal vragen.
Dan steekt U zelf mijn hart voor U in brand,
U zult mij elke dag op handen dragen.

Mijn leven is voorgoed aan U gewijd,
ik heb mijn hart aan U, mijn God, verloren.
De zondaars willen in hun haat en nijd,
mijn leven met hun scherpe pijl doorboren.
Maar ik weet Heer, dat U mij wel bevrijdt,
dat hij vergaat die niet naar U wil horen.

Aan alles komt een eind, alles vergaat,
maar uw gebod gaat over alle grenzen.
Uw goede woord dat boven alles staat,
zal tot een zegen zijn voor alle mensen.
Het leert ons wijsheid  die ons leven laat,
ik heb het lief, wat heb ik meer te wensen?

Zoeter dan honing is uw heerlijk woord,
het geeft mij inzicht, wijst mij juiste wegen.
Wie op het pad van zondaars loopt ontspoort
en mist de warmte van Gods rijke zegen.
Maar wie gehoorzaam naar Gods woorden hoort,
loopt met Hem veilig, zelfs bij storm en regen.

Ik zal vermijden ieder pad dat slecht
en onbegaanbaar is te allen tijde.
Uw weg, dat is uw woord waaraan ik hecht,
ik loop gerust, niets zal mij van U scheiden.
Ik heb mijn leven voor U neer gelegd,
Heer wees mijn gids, blijf altijd aan mijn zijde.


Uw woord straalt als de zon die helder schijnt,
bij zoveel licht zal ik niet gauw verdwalen.
Ik ga mijn gang, wat donker is verdwijnt,
mijn pad is licht, ik mag mijn hart ophalen.
Waar ik ook ga, Hij houdt mij overeind,
mijn woord van trouw zal ik mijn God betalen.

Ik ben in grote nood, ik roep U aan,
de bozen willen mij hun strikken zetten.
De kwaden die mij naar het leven staan,
spannen voor mij hun dodelijke netten.
Maar ik beloof mijn oog op U te slaan,
geen mens zal mij dat door uw kracht beletten.

Ik loof U, Heer, in opgetogenheid,
U heeft mij zoveel in uw wet gegeven.
Mijn hele leven is aan U gewijd,
U bent de God die leeft en die laat leven.
Mijn hart en ziel zijn tot uw dienst bereid,
ik heb U lief, ik ben met U verweven.

Mijn diepe vreugde is in U alleen,
Ik haat hen die van U niet willen leren.
Met hun praktijken heb ik niets gemeen,
hun doel is slechts zich van U af te keren.
Wees als een schild beschermend om mij heen,
de boze vlucht, geen kwaad zal mij nog deren.

Uw woord en wet geven mij levenskracht,
ik zal er heel mijn leven trouw aan blijven.
Wie leven in hun diep donkere nacht
en wie uw levend woord niet onderschrijven,
wie steeds op list en leugen zijn bedacht,
zult U met sterke hand van U verdrijven.

Melodie:  Ps  119