Elke draad van de schepping behoudt slechts zijn plek
door ' t verband met de andere strengen.
Als een groot werelds wandkleed geknoopt aan de skyline
van smeulende steden, zo grijs en zo vunzig.
Niet als tevreden bewijs van de doemdenkerij,
maar als dringende boodschap aan jou en mij.

Elke zacht zwoele bries is niet meer dan één zucht,
geslaakt tot de diamantblauwe hemel.
Zo zacht als door Hem aangeraakt, de Genezer,
zo gedempt als het laatste vaarwel bij de kist,
werkt het trage venijn, dat de mens ondervindt,
van gif spuwend schoorsteen en grijs snelweglint.

Elke nieuwgouden morgen wordt verend bewaard
als het geel van het ei in het witte.
Waar geboorte en dood van ongeziene generaties
zijn samengebonden in Gods orkestraties
en geweven in purper en scharlakenrood,
worden stervenden geboren, gaan levenden dood.

Elke slag van het hart is één vloeibare tel,
die stroomt door het vat van je wezen.
Als een beek van het leven, stromend sinds zijn creatie,
die de zee steevast nadert met elke nieuwe generatie.
Je bent slechts een dam, die een poel maakt die stinkt.
Die traag, maar beslist, heel de mensheid verdrinkt.

Elke vis die stil zwemt, elke vogel die vliegt,
elke ree die het bospad betreedt,
elk dor blad dat valt, elke bloem, elk dier,
ze weten het allen op de een of andere manier:
dat, als de mens mag verwoesten wat hij zo nodig heeft,
hij zijn hebzucht betaalt en er zijn leven voor geeft.

Vrije vertaling van ' Tapestry' van Don McLean