wij leven naar de zondag toe,
het wordt de eerste nieuwe dag
die niet belast is met gedoe
waar ik opnieuw beginnen mag

hoe kan dat beter dan te gaan
naar waar de eeuwigheid aantreedt,
ons aardse denken laten staan;
ik maakte mij er voor gereed

het was al zo sedert mijn jeugd
om ’s zondags naar de kerk te gaan,
dat bracht en brengt mij altijd vreugd
het lied van d’ opgang komt er aan:

ik ben verblijd wanneer men mij
van harte opwekt: zie wij staan
gereed om naar God’s Huis te gaan
kom ga met ons en doe als wij

een tempel in Jerusalem
die is er momenteel niet meer,
maar: loof de Heer met hart en stem:
Hij brengt daarin voorgoed een keer

er zal een nieuwe Tempel staan
op Moria, Jerusalem:
om naar des Heeren Huis te gaan
te komen, en te zijn, bij Hem

Hij was toen in Jerusalem
en is God’s Eigen Weg gegaan,
het offer van de Heer, van Hem
heeft aan God’s recht geheel voldaan

ik ben verblijd wanneer men mij
van harte opwekt: zie wij staan
gereed om naar God’s Huis te gaan
kom ga met ons en doe als wij

hoe zullen wij dat ooit verstaan,
het was van eeuwig vastgelegd;
Hij is voor ons behoud gegaan,
zo is het in de Schrift gezegd

de Heer heeft ons zo liefgehad;
nu gaat Hij naar Jerusalem,
op Moria, daar ligt die Stad
het Koninklijk Domein van Hem

daar zal Hij eeuwig Koning zijn,
waar de schepping Hem zal loven;
Hij Zelf geeft daar ons brood en wijn
als wij staan in Zijn voorhoven

ik ben verblijd wanneer men mij
van harte opwekt: zie wij staan
gereed om naar God’s Huis te gaan
kom ga met ons en doe als wij