Heer wat een voorrecht om in vrijheid te gaan
wijl elders de krijgers voor 't vuur moeten staan
omringd door de scherven van dood en verderf
gedwongen om haat'lijk de strijd aan te gaan.
De strijd die reeds eeuwenlang voortduurt op aard
daar telkens opnieuw zich het leger vergaart
gedwongen om dood en verderf te doorstaan
verlangend naar tijden dat d' haat weer bedaart.

Waarom moet dit alles geschieden - bewust -
voordat U daar straks al het krijgsgetier sust
wanneer U de stilstand der wapens voltooit
en U Overwinnaar Uw volken toerust
met bewapening Gods voor Uw eeuwig altaar
en 't volk overwinnend zal zingen aldaar?
Hoelang Heer, hoelang duurt de oorlog nog voort
eer wij hier verlost van het grootste gevaar,

van wapens voor immer en eeuwig bevrijd
en U voor Uw volken de rust ingewijd
het lied overwinning aan d' aard zal doen horen
dat - nimmer verstomt - daar Uw Grootheid belijdt?
Hoelang Heer, hoelang zal daar d' angst nog bestaan
- wijl U ons bevoorrecht in vrijheid doet gaan -
voor wij als een éénheid voor U zullen staan
en zingend de poorten der hemel ingaan?

Hoelang Heer, hoelang nog?