Gekomen aan het eind der baan,
als het pad de doodsrivier gaat kruisen,
mag de moede pelgrim gaan.
ondanks de stormen die fel bruisen.
Vol vertrouwen op Gods Woord,
dat Hij ons brengt in ’t zalig oord.
 
Nog steeds is niet het einde daar.
Even nog wacht het kind op Vader.
Lang kan een dag duren, maar
elke dag brengt de tijd ons nader,
bij de plaats van het eeuwig Licht.
We hebben daarop nu reeds zicht.
 
Al verdonkeren de ogen
en slaat de stramheid toe,
houd maar steeds het doel voor ogen,
ook al is het lichaam moe.
Eens zal alles weer nieuw worden
in de nieuwe stad van God.
 
Heere, geef elke dag dat uitzicht,
over de grote glazen zee
met de wit geklede schare
op Uw glorietroon in het Licht.
Waar U zetelt, Overwinnaar,
Levensvorst in Eeuwigheid.