Nu de dood is overwonnen,
nu Jezus weer is opgestaan;
het nieuwe leven is begonnen,
is Hij Zijn jong’ren voorgegaan.
 
Voor Hij weer opvaart naar Zijn Vader
en plaats voor ons bereiden zal,
vertoont Hij zich zijn broeders nader;
voorzegt hen hoe het wezen zal.
 
Dezelfde avond verscheen  Hij reeds.
Door de gesloten deur was Hij gekomen;
wenste hen vrede, zoals steeds,
toonde Zijn wonden aan de vromen.
 
Verblijd, nu zij Hem levend zagen,
versterven verder alle vragen.
Voorbij is het ondraag’lijk wee.
Een grote opdracht geeft Hij hen mee.
 
Gaat heen en onderwijst de volken,
doopt hen in de drie-heil’ge naam.
Leer hen in alles Mij te volgen,
in dat vertrouwen steeds te gaan.
 
Nog steeds geldt voor wie Jezus volgen,
dat Hij met Zijn Geest op al uw dagen,
met u zal zijn, voor u zal zorgen,
en u tot in ‘t Vaderhuis zal dragen.